Spelen en struinen

Ik ga meestal met mijn broertje en mijn vader en soms gaan mijn vrienden mee.  Aan de Rijn bij een inham gaan we spelen en dan gaan we een kasteel maken. In de zomer, als het echt heel warm is en het zwembad nog niet opstaat dan gaan we meestal hier zwemmen, bij die bomen. En als we bij onze opa en oma zijn, daar bij de Husselarijstraat, dan gaan we soms ook wel eens hier naartoe en dan gaan we de hond uitlaten. We kijken ook meestal of nog wat ligt van vroeger, van de steenfabriek en dan zien we altijd allemaal bijzondere dingen overal liggen.

Natuur

Er is heel veel natuur. Er lopen paarden, fazanten en koeien. We gaan er meestal wel naar toe, maar niet te dichtbij. Soms vind ik wel wat botjes van bijvoorbeeld muisjes of kikkers maar we nemen niet echt iets mee naar huis. Bij die stenen kun je gewoon bramen plukken, dat doe ik ook wel eens. Dan kun je ze lekker opeten, maar dan moeten ze wel rijp zijn. Mijn vader, die zegt altijd: als ze een beetje paars zwartig zijn, dan zijn ze goed. Dus dan pluk ik ze. Die koeien, dat was echt eng. We waren met onze vrienden met de metaaldetector dingen aan het zoeken. We kwamen van die bult af, en dan gingen we ook bij de boot kijken. En toen kwamen we terug, en toen stond daar opeens een kalf en aan de overkant stond er een moederkoe. En ineens kwam die koe op ons af gerend, want we stonden blijkbaar in de buurt van dat kalf. Maar gelukkig viel zij ons niet aan. Zij rende gewoon heel snel naar de overkant. Iedereen schrok en m'n vader, die deed met de andere vaders van onze vrienden een beetje stoer, ‘oh, da's niet eng’. En de rest was in paniek en in shock van dat beest, dat was wel grappig. Ik stond een keer in een distel, en toen had ik de hele avond nog pijn. Het deed heel erg pijn en toen had ik allemaal vlekken op mijn been.

 

Winter

Twee jaar terug lag de wei helemaal vol met water, die was overstroomd. Het water was bevroren. Toen gingen we daar schaatsen. Helemaal tot achteraan was het ijs. Maar het kraakte heel erg, want het water daaronder zakte weg. Dus het was ijs, lucht en dan water, dus het ijs zakte. Het was wel dik, maar je hoorde dat wel kraken bij sommige plekken. Maar daarachter bij het kleine watertje kraakt het ijs niet en daar vinden we het altijd leuk om te schaatsen. We hebben wel eens gehad dat het ging het sneeuwen, dan zie je nog soms wel een paar stengels er uitsteken maar voor de rest is het dan wit en dat is wel mooi om te zien. Dan komen er van die jongeren, die maken dan zo'n hele grote berg voor ons om vanaf te sleeën. En halverwege de dijk, dan ga je zo en dan komt er een zo'n schans en dan vlieg je helemaal.

Forten bouwen

We hebben tijdens Corona in 2020 hier achter de dijk bij de Rijn, bij zo'n inham, ons kinderfeestje gevierd en toen hebben we allemaal gekke dingen gevonden. We hebben een barbecue rooster gevonden, banden van een vrachtwagen en zo'n hele grote legerband. Het leek wel zo’n legerband uit de Tweede Wereldoorlog. En er lagen vooral heel veel stenen. Dus toen gingen we een heel fort maken met die stenen. En als er dan een hele grote boot kwam, kwamen er heel veel golven. En dan gingen we met zijn allen op dat fort staan en hopen dat die het hield. Aan de kant van de Rijn liggen heel veel stenen van de oude steenfabriek. Die gaan we pakken en forten mee bouwen.  Maar soms liggen er ook hele andere dingen tussen, want we hebben ook een keer een hele lange stalen balk gevonden. Die was, denk ik, wel acht meter lang. Toen hebben we met zijn allen geprobeerd om hem om te rollen en toen hebben we hem naar ons fort gerold. En we hebben ook marshmallows geroosterd, want we hadden al die banden en spullen gevonden en daarmee hadden we een soort barbecue achtig iets gemaakt.